Er is opnieuw een gruwelijke grens overschreden in de Haagse politiek. D66 – de partij die zich presenteert als ‘menselijk en progressief’ – komt nu doodleuk met een wetsvoorstel om euthanasie ‘makkelijker’ te maken voor mensen met dementie. Ja, u leest het goed. Niet voor terminaal zieke mensen die volledig wilsbekwaam zijn. Maar voor mensen van wie het brein al aan het verdwijnen is.
Mensen die niet meer weten wie ze zijn. Die soms hun kinderen niet meer herkennen. Die niet zelfstandig kunnen beslissen of ze vandaag havermout of yoghurt willen eten. En dán zou het wél moeten kunnen dat zij op ‘weloverwogen’ wijze besluiten dat hun leven beëindigd moet worden?
Wat D66 hier voorstelt is niet progressief, niet humaan – het is ronduit demonisch.
D66 maakt de dood tot ‘oplossing’
D66 wil euthanasie uit het strafrecht halen. Dat klinkt technisch, maar de uitwerking is ronduit angstaanjagend: het hele juridische en ethische vangnet dat tot nu toe artsen en families beschermde tegen overhaaste keuzes, wordt onderuitgehaald.
En erger nog: D66 wil dat artsen bij een eerste diagnose van dementie direct het gesprek over de dood starten. Direct. Geen zorgplan. Geen hoop. Geen perspectief. Maar een gesprek over de spuit.
Het onderliggende wereldbeeld is duidelijk: de dood als oplossing. De dood als efficiëntie. De dood als "regie over je eigen leven". Maar hoe geef je regie aan mensen die hun grip op de werkelijkheid verliezen?
Van uitzondering naar norm: de glijdende schaal is realiteit
Wat ooit een zwaar bevochten uitzondering was voor een zeer kleine groep mensen, wordt door D66 stap voor stap genormaliseerd. En nee, dit is geen "complottheorie" van conservatieven. Het gebeurt. Hier. Nu. In ons land.
D66 doet het tegenovergestelde. Zij schuiven elke morele rem op de euthanasiewet opzij, totdat uiteindelijk de meest kwetsbaren het mikpunt worden van een efficiënt en gelegaliseerd doodsbeleid.
Mensen die lijden verdienen zorg – niet de gifspuit
Natuurlijk zijn er schrijnende situaties. Natuurlijk is het hartverscheurend als iemand jarenlang lijdt aan Alzheimer, herinneringen verliest, en het contact met de wereld kwijtraakt. Maar dat rechtvaardigt geen structureel systeem waarin euthanasie de standaard wordt voor mensen die niet meer volledig wilsbekwaam zijn.
In plaats van betere zorg, investeringen in verpleeghuizen, waardige begeleiding en steun voor mantelzorgers, komt D66 met één antwoord: de dodelijke injectie.
Dat is geen empathie. Dat is technocratisch utilitarisme op zijn walgelijkst. Een maatschappij die zo met haar ouderen omgaat, is ziek. En een politieke partij die dit wil doorduwen, heeft haar morele kompas definitief verloren.
En waar blijft de Kamer?
Dit wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer, maar het is nu al pijnlijk duidelijk dat D66 bewust de confrontatie zoekt met ethisch fatsoen en menselijke grenzen. Dit wordt de ultieme testcase: - Gaan VVD, NSC en PVV hier écht in mee? - Gaan ze dit laten gebeuren? - Of zetten ze eindelijk een streep in het zand?
Want wie hier zwijgt, werkt mee aan een maatschappij waarin demente mensen niet meer leven met zorg, maar worden geëlimineerd uit gemak.
Dit is de rode lijn
de dood is geen beleidsinstrument. Maar met dit wetsvoorstel blijkt dat D66 daar niets meer van wil weten. Hun ideologie is glashelder: totale autonomie, zelfs als de geest allang is vertroebeld. Geen compassie, maar controle. Geen bescherming, maar selectie.
Het is aan de rest van Den Haag om dit te stoppen. Nu.
Want wie dit laat passeren, bouwt mee aan een cultuur die haar zwaksten niet langer verzorgt — maar afserveert.
Marcel H